Uit de (beleids)bubbel? Doe geen 'huiswerk', maar blijf in gesprek

Man in de mist

Met de neiging in hoogopgeleide (beleids)bubbels om zaken te analyseren en te begrijpen, ontstaan geen verbindingen met anderen, maar trekken mensen zich juist verder terug in die bubbel, ziet David Roelofs in NRC. Zo drijft ook de hoogopgeleide bubbel steeds verder af van de samenleving. Want theoretische opleidingen leiden tot een papieren wereldbeeld en een rotsvast geloof in een maakbare wereld – en we komen daar maar moeilijk van los. Als er buiten de bubbel iets gebeurt, schrijft hij, is "onze algemene reactie te vangen in het geëngageerde duo: grip en begrip. (...) Pas als we de situatie helemaal begrijpen, kunnen we echt iets doen, zo is de gedachte." Oftewel: we moeten eerst ons huiswerk doen, voordat we in actie komen.

Geëngageerd duo grip & begrip werkt abstractie van menselijke problemen in de hand

Dat theoretische, abstracte maakbaarheidsdenken, en het bijbehorende "onvermogen om de fase van zelfreflectie te overstijgen en de samenleving in te gaan", leidt ertoe dat we nooit verder komen dan begrip, stelt Roelofs: "(...) 'meer leren (...) door je in te lezen is een begin, maar wel alleen dat: een begin'. Onze bubbel komt niet voorbij dat begin." Door ons steeds in de materie te verdiepen, door te praten in rapportagetaal, benoemen we van alles, maar we vergeten dat dat "je natuurlijk niet werkelijk in contact brengt met de mensen om wie het gaat." Dat werkt de abstractie van menselijke problemen in de hand, concludeert hij. "Die niet-witte, niet-rijke, of niet-opgeleide andere Nederlander wordt een getal of personage waar je over kunt (of moet!) lezen, in plaats van een mens dat je ook zou kunnen ontmoeten."

Dat blijkt telkens weer. Een recent CBS-rapport, waar ook Roelofs aan refereert, concludeert (op basis van statistische analyse!) dat de bevolking de afgelopen 10 jaar cultureel diverser is geworden, maar dat de segregatie juist is toegenomen. Waarom gaan we dat echte contact met mensen buiten onze bubbel uit de weg? Roelofs trekt de conclusie dat "de ontmoeting met de ander vermoedelijk ook een ontmoeting met jezelf [is]. En dat kan te confronterend zijn; te veel uit de comfortzone."

Structureel uit de (beleids)bubbel stappen: houd een dialoog op gang

Hier slaat Roelofs de spijker op zijn kop. Al denk ik dat het niet (altijd) een kwestie is van doelbewust vermijden van ongemak, toch gaan beleidsmakers vrij structureel het echte gesprek uit de weg. Hooguit maken ze op basis van een onderzoeksrapport hun keuzes. Niks mis mee, in principe (ik eet van precies dat mechanisme van onderzoek-als-basis, laat dat duidelijk zijn!). Maar een echte oplossing ligt vaak wel nét een stap verder.

Onderzoeksrapporten en ander 'huiswerk' zijn immers slechts een begin, stelt Roelofs. Als die zijn gebaseerd op echt contact met mensen om wie het gaat, is dat een stap in de goede richting. Maar als beleidsmakers zich na een eerste, voorzichtige stap buiten de bubbel weer terugtrekken, in een ivoren toren een oplossing verzinnen en die vervolgens over de samenleving uitstorten – dan houden we het probleem in stand.

Oplossingen bedenken samen met en toetsen bij de mensen waarover het gaat

Daarom moeten oplossingen worden bedacht samen met de mensen waarover het gaat. Beleidsopties bedenken voor een nieuw stelsel? Vraag dan aan mensen wat ze nu ervaren, wat goed werkt en wat niet, en hoe ze zelf een ander stelsel voor zich zouden zien. Wat daaruit komt, heb je niet in de hand, dat klopt. Dat levert dus onzekerheid op, en een gebrek aan grip. En mensen kennen niet alle ins & outs van de beleidswerkelijkheid, waardoor oplossingen soms te ver versimpeld zijn. Doodeng voor een beleidsmaker. Maar eerlijk: hoe erg is het nou écht?

Als je immers op hun ideeën doordenkt, werk je echt aan oplossingen die niet vanuit de wet maar vanuit de leefwereld vertrekken. En natuurlijk loop je dan tegen beperkingen aan, juridisch, praktisch of anderszins. Alleen zijn die met deze volgorde niet leidend en het vertrekpunt, maar factoren die simpelweg meegewogen moeten worden, en die na wat wikken en wegen misschien tot alternatieve oplossingen leiden. Oplossingen die dan nog steeds vertrekken vanuit de leefwereld.

Vervolgens leg je die beleidsopties en de mogelijke vertaling daarvan in dienstverlening en uitvoering weer voor aan de mensen waarover het gaat. In een experiment, in een test, in een focusgroep – er zijn zo veel momenten en manieren waarop zo'n check kan plaatsvinden.

Je zult zien: de oplossingen worden er beter van, de uitwerking in de samenleving is beter. En mensen merken dat de overheid hen ziet, hoort en begrijpt. En daar was het toch allemaal om te doen?